Totale Knieprothese
Context
We kunnen een totale knieprothese overwegen wanneer het antwoord op deze vragen positief is:
- Is de knie zwaar aangetast, door artrose (zie ‘oorzaken’) of een vroeger trauma?
- Heeft u het moeilijk om eenvoudige dagelijkse activiteiten uit te voeren, zoals wandelen of trappen op- en afgaan?
- Voelt u pijn in de knie als u het gewricht niet gebruikt, wanneer u zit of ligt?
- Kunnen andere acties, zoals pijnmedicatie, kinesitherapie, krukken, een looprek, … de pijn niet (meer) verzachten?
Oorzaken
In normale omstandigheden werken alle componenten van de knie harmonieus samen. Bij artrose (slijtage) kan deze werking verstoord worden, wat leidt tot pijn, spierverzwakking en minder goed functioneren van het gewricht.
De meest voorkomende types van artrose zijn:
1. Osteoartrose:
- een typische leeftijdsgebonden slijtage van het kniegewricht;
- komt vaker voor bij mensen van vijftig jaar of ouder, maar het kan ook bij jongere mensen voorkomen;
- de beschermende kraakbeenlaag in de knie wordt zachter en slijt af;
- er ontstaat gradueel bot-op-bot contact in de knie, wat tot kniepijn en stijfheid leidt.

Normale knie

Versleten knie
2. Reumatoïde artritis:
- chronische inflammatie of ontsteking van het synoviaal membraan (zie ‘anatomie’);
- de inflammatie kan het kraakbeen beschadigen en afbreken, wat leidt tot pijn en stijfheid.
3. Posttraumatische artritis:
- een gevolg van een ernstig trauma aan de knie, zoals botbreuken rondom het kniegewricht, ligamentscheuren, ….
- de letsels kunnen het kraakbeen beschadigen, wat tot pijn en functiebeperking leidt.
Wat is het
Bij een totale knieprothese worden de oppervlaktes van het bot in het kniegewricht vervangen door metalen en kunststof prothesecomponenten.

Prothesechirurgie is een veilige en effectieve procedure om:
- kniepijn te verzachten;
- een abnormale stand van de knie te corrigeren;
- ervoor te zorgen dat u uw dagelijkse activiteiten kan hervatten.
Sinds de jaren zestig worden totale knieprotheses succesvol uitgevoerd. Sindsdien zijn de materialen en chirurgische technieken enkel maar beter geworden. Totale knieprotheses behoren tot één van de meest succesvolle orthopedische ingrepen.
Dokter De Neve en zijn team maken gebruik van innovatieve robotgeassisteerde technieken voor het plaatsen van de totale knieprothese. Onderzoek toont aan dat dankzij deze technieken componenten nauwkeuriger geplaatst kunnen worden, op maat van de individuele anatomie en de ligamentaire spanning van de patiënt. Er lopen op dit moment een aantal studies om na te gaan of robotgeassisteerde ingrepen bij totale knieprotheses ook zorgen voor betere klinische resultaten op lange termijn.

Keuze voor een totale knieprothese
U beslist samen met uw familie, eventueel de huisarts en dokter De Neve om al dan niet een totale knieprothese te laten plaatsen. Daar gaat meestal een grondig klinisch onderzoek aan vooraf, zodat we over alle nodige informatie beschikken voor een gegronde beslissing.
Een totale knieprothese zou een oplossing kunnen zijn bij deze klachten:
- ernstige kniepijn of stijfheid, die u beperken om dagelijkse activiteiten uit te voeren (waaronder wandelen, rechtop gaan staan);
- matige tot ernstige kniepijn in rust, zowel overdag als ’s nachts;
- chronische inflammatie in de knie en zwelling die niet beter wordt bij inname van NSAID medicatie (ontstekingsremmers);
- ernstige kniedeformiteit, zoals een varusknie (O-been) of valgusknie (X-been);
- andere acties zoals cortisone injecties, hyaluronzuur infiltraties, fysiotherapie of andere ingrepen helpen niet.
Voordelen
Meer dan 90% van de patiënten ervaart na de totale knieprothese een forse vermindering van kniepijn en significante verbetering wat betreft het uitvoeren van dagelijkse activiteiten. Wandelen, zwemmen, golfen, autorijden, fietsen, dansen, tennissen, … worden opnieuw aangenaam.
Meestal kan u na een totale knieprothese uw gewricht ongeveer 120° plooien, wat voldoende is om trappen op en af te gaan, in en uit een auto te stappen, te fietsen, … Op de knieën zitten is in de meeste gevallen mogelijk.
Voor alle duidelijkheid: een totale knieprothese maakt van u geen supermens. De ingreep zal u niet toelaten om meer te kunnen dan u kon voor u de artrose ontwikkelde.
Nadelen
Veel mensen ervaren een bepaalde gevoeligheid rondom het litteken, en de knie voelt soms stijf aan bij activiteiten waarbij de knie sterk plooit.
Veel patiënten voelen en horen tijdens de beweging van de knie telkens een klik wanneer metaal en kunststof elkaar raken. Meestal verdwijnt deze sensatie geleidelijk aan.
Hou er rekening mee dat een totale knieprothese metaaldetectors kan activeren (bijvoorbeeld: in de luchthaven).
Ten slotte is de insert, het zachte glijdende oppervlak tussen de metalen componenten, onderhevig aan lichte slijtage bij dagelijks gebruik. Hoge-impactactiviteiten, zoals hard lopen, springen, …, en overgewicht kunnen het slijtageproces van de insert versnellen. Bovendien bestaat dan ook het risico dat de prothesecomponenten loskomen van de botstructuur. Daarom vragen we u om deze activiteiten na een totale knieprothese te vermijden, en om (indien nodig) gewicht te verliezen.
Met deze raadgevingen in het achterhoofd kan u jarenlang verder na deze ingreep. Momenteel functioneren meer dan 90% van de totale knieprotheses tot meer dan twintig jaar na de ingreep.
Voor wie (niet)?
De meeste patiënten zijn tussen de vijftig en tachtig jaar, maar leeftijd is nooit een doorslaggevende factor. In ons advies houden we vooral rekening met pijn en functiebeperking, eerder dan leeftijd. We plaatsen totale knieprotheses ook succesvol bij jongere patiënten met juveniele artritis of oudere patiënten met ernstige artrose. We geven advies op maat van elke individuele patiënt.
We onderzoeken verschillende elementen:
- Medische voorgeschiedenis: we bepalen uw algemene gezondheid en uw pijnbeleving. We peilen naar de impact van de pijn en functiebeperking op uw dagelijkse leven.
- Klinisch onderzoek: we testen de mobiliteit van de knie, en de stabiliteit, kracht en alignering van het been.
- Röntgenfoto’s: we analyseren de ernst van de artrose en de beschadiging van het kraakbeen.
- Andere onderzoeken: soms vragen we extra onderzoeken aan, zoals een bloedonderzoek of een Magnetic Resonance Imaging scan (MRI). Aan de hand van een MRI kunnen we status van het kraakbeen of het bot nog beter bepalen.
Op basis van het vooronderzoek adviseren we de beste behandeling. Dat is niet altijd een totale knieprothese. Soms zijn andere behandelingen aangewezen, zoals medicatie, injecties, fysiotherapie of een ander type chirurgie.
We zullen ook steeds de potentiële risico’s en complicaties van een totale knieprothese bespreken, zowel op korte als lange termijn na de ingreep (zie ‘eventuele complicaties’).
Voorbereiding
Algemene gezondheid
We plannen een aantal onderzoeken in, afhankelijk van uw leeftijd en algemene toestand zijn een bloedname, ECG en een röntgenfoto van de longen nodig. Dit kan gebeuren via de huisarts of de preopnamedienst.
Heeft u een chronische medische aandoening, zoals een hartafwijking of een longziekte, dan vragen we een specialist ter zake (cardioloog, pneumoloog, …) voor een preoperatief onderzoek.
Medicatie
Neemt u bloedverdunners of hormonale medicatie dan gaat u best bij de huisarts langs. De huisarts zal beslissen of deze medicatie dient gestopt te worden voor de operatie en hoelang voor de operatie.
Urine
Had u eerder al urinaire infecties of heeft u prostaatklachten? Een lokale bacteriële infectie kan zich verspreiden naar het kniegewricht. Daarom plannen we een preoperatieve controle in bij de uroloog.
Sociale planning
Na de ingreep zal u (vrij) snel in staat zijn om met krukken of een kruk te bewegen. Toch is het belangrijk om hulp te organiseren voor de eerste dagen tot weken na de ingreep voor dagdagelijkse activiteiten zoals douchen, koken of winkelen.
Bent u alleenstaand? Een sociaal assistente neemt tijdens de ziekenhuisopname contact met u op om hulp te organiseren als u naar huis gaat. Eventueel plannen we een langer verblijf in op de revalidatiedienst van het ziekenhuis.
Thuisplanning
Volgende aanpassingen vergemakkelijken de revalidatie thuis. Neem voor de opnamedatum wat tijd om deze in overweging te nemen en te organiseren als u ze niet zelf kan uitvoeren.
- een handvat en een stoel in de douche of in bad;
- een stevige leuning langs de trappen;
- een hoge, comfortabel stoel met zijleuningen waar u gemakkelijk in en uit kan stappen;
- verwijder losliggende tapijten.
Chirurgie
Meestal start uw ziekenhuisopname op de dag van de ingreep zelf. Dit zijn een aantal aandachtspunten specifiek voor deze ingreep:
Anesthesie
De ingreep gebeurt onder algemene narcose. U wordt volledig in slaap gebracht door de anesthesist voor de operatie. Bijkomstig wordt een “ruggenprik” verricht, waarbij de onderste ledematen verdoofd worden en u na de chirurgie minder pijn ervaart. Tijdens de ingreep zelf injecteren we extra pijnmedicatie in het kapsel van de knie. Vaak heeft u voor de operatie een kort gesprek met de anesthesist.
Procedure
De procedure zelf duurt gemiddeld één uur en een kwartier.
We verwijderen het beschadigde kraakbeen en het onderliggende bot en vervangen die door hoogwaardige metalen en kunststof componenten. Bij deze procedure worden de volgende stappen uitgevoerd:
- Toegangsweg: we gebruiken een volledig spiersparende subvastus toegangsweg. Na de procedure hoeven we enkel het gewrichtskapsel te sluiten, wat de revalidatie achteraf ten goede komt.
- Voorbereiding van het bot: we zagen het beschadigde kraakbeen dat op het uiteinde van het femur en de tibia zit af, net als een dun laagje van het onderliggende bot.
- Positionering van de prothesecomponenten: het verwijderde kraakbeen en bot vervangen we door metalen componenten, die een nieuw gewrichtsoppervlak vormen. We hechten de componenten aan het bot met botcement dat antibiotica bevat.
- Vervanging van de knieschijf (patella): we zagen de onderzijde van de patella af, en vervangen die door een kunststof component. In sommige gevallen kunnen we deze stap overslaan.
- Inbrengen van de insert: we creëren een zacht glijdend oppervlak tussen de metalen componenten aan de hand van een specifieke kunststof insert.
Na de ingreep brengen we u naar de recoveryruimte, waar uw vitale parameters gemonitord worden. Enkele uren later wordt u naar de afdeling Orthopedie gebracht. In uitzonderlijke gevallen, afhankelijk van uw medische voorgeschiedenis, brengen we u van de recovery naar de afdeling intensieve zorgen.


Post-chirurgie
U blijft gemiddeld na de ingreep één tot twee dagen in het ziekenhuis.
Behandeling van pijn
Na de ingreep zal de nodige pijnmedicatie aanvankelijk intraveneus, later oraal, toegediend worden.
Pijntherapie is een belangrijk onderdeel van de directe revalidatie na de ingreep. Voor een succesvolle revalidatie is het belangrijk om onmiddellijk, de dag van de operatie zelf, te starten met bewegingsoefeningen en mobilisaties (manueel of aan de hand van een kinetec toestel) van de knie. Hoe minder pijn u voelt, hoe sneller u deze oefeningen kan uitvoeren, en hoe sneller u terug op krachten komt.
Fysiotherapie
De fysiotherapeut/kinesist adviseert u tijdens de eerste sessie over specifieke bewegingen die u helpen om spierkracht en mobiliteit op te bouwen. Het doel is om u zo snel mogelijk terug op de been te krijgen zodat u uw dagdagelijkse activiteiten kan hernemen.
Longontsteking voorkomen
Soms hebben patiënten het gevoel dat ze minder goed kunnen in- en uitademen na de ingreep. Dit is meestal het gevolg van de anesthesie, de pijnmedicatie en minder bewegen. In sommige gevallen kan kortademigheid een longontsteking (pneunomie) veroorzaken. Dit kan je voorkomen door meteen na de operatie, vanaf dag één, goed in en uit te ademen. Vraag de fysiotherapeut/kinesist eventueel om een aantal geschikte ademhalingstechnieken.
Revalidatie
Het succes van een totale knieprothese hangt grotendeels af van het al dan niet opvolgen van de post-operatieve instructies en kinesitherapie tijdens de weken die volgen op de chirurgie.
Wondverzorging
We sluiten de wond met chirurgische nietjes (skinstaples). Die worden meestal twee à drie weken na de ingreep verwijderd. In tussentijd kan u douchen als u de wonde met een waterdichte pleister beschermt. Zeker in het begin raden we aan om zittend te douchen, zodat de kans op uitglijden kleiner is. Een bad nemen vermijdt u beter tot de wonde volledig geheeld is en de nietjes verwijderd zijn.
Eten
Het is niet ongewoon om de eerste weken na de ingreep wat minder hongergevoel te ervaren. Let erop dat u toch gezond en regelmatig eet, dat komt de wondheling en revalidatie ten goede.
Activiteiten
Bewegingsoefeningen zijn van essentieel belang voor de revalidatie, zeker tijdens de eerste weken na het plaatsen van een totale knieprothese. Het is ook aangewezen om een bewegingsroutine vol te houden in de jaren die daarop volgen om de nieuwe knie soepel en krachtig te houden.
In de meeste gevallen kan u drie tot zes weken na de ingreep uw dagdagelijkse activiteiten hervatten. U ervaart de eerste weken na de operatie wellicht enige pijn bij het uitvoeren van deze activiteiten, net als ‘s nachts.
Probeer deze activiteiten op te nemen in de eerste weken na het plaatsen van de totale kunstknie:
- gradueel wandelprogramma om een normale mobiliteit te herwinnen, initieel binnen en nadien buiten;
- hernemen van de normale dagdagelijkse activiteiten zoals zitten, staan en trappen op- en afgaan;
- specifieke bewegingsoefeningen (een aantal keer per dag); aanvankelijk dagelijkse kinesitherapie, gradueel aangevuld met oefeningen die u zelfstandig kan uitvoeren.
Autorijden is meestal terug mogelijk vanaf vier tot zes weken na de ingreep, wanneer u daarvoor opnieuw over de nodige mobiliteit en kracht in de knie beschikt.
Opvolging
Na de ingreep plannen we een aantal controleafspraken in, waarbij ook röntgenfoto’s worden gemaakt. De eerste controle gaat meestal na zes weken door, en een tweede controle drie tot vier maanden na de prothesechirurgie.
Eventuele complicaties
De complicatieratio na totale knieprothesechirurgie is laag. Ernstige complicaties, zoals infectie van het kniegewricht, treden op bij minder dan 1% van de patiënten.
Majeure medische complicaties, zoals hartinfarct en hersenbloedingen, komen nog minder voor. Bepaalde aandoeningen verhogen het risico op complicaties. Hoewel ze weinig voorkomen, kunnen deze complicaties de revalidatie bemoeilijken.
We bespreken de risico’s voor de ingreep, en doen er alles aan om potentiële complicaties te vermijden.
Herkent u signalen van mogelijke complicaties? Neem dan zo snel mogelijk contact op.
Infectie
Oppervlakkige infecties in de wonde tijdens het verblijf in het ziekenhuis of daarna, worden doorgaans behandeld met antibiotica.
Diepere infecties rond de prothese kunnen op elk moment optreden, net na de ingreep in het ziekenhuis, tijdens de revalidatie, of soms ook jaren later. Een infectie op een andere plek in het lichaam (vb. absces in de mond) kan verspreiden tot in het kniegewricht. Bij een diepe infectie moeten we vaak opnieuw tot chirurgie overgaan om prothesecomponenten te verwijderen.
Verwittig ons bij één van deze signalen, die kunnen wijzen op een infectie:
- aanhoudende koorts;
- rillen;
- toegenomen roodheid;
- gevoeligheid of zwelling ter hoogte van de knie en/of wonde;
- overmatig wondvocht;
- hoge pijn bij activiteiten.
Ondergaat u een behandeling of ingreep bij de tandarts na een totale knieprothese? Vermeld bij uw tandarts dat u over een totale knieprothese beschikt. En neem ook contact met ons op, zodat we eventueel een antibioticabehandeling kunnen starten.
Bloedklonter
Een bloedklonter (trombose) in het been is één van de meest voorkomende complicaties bij een totale knieprothese. Deze bloedklonters kunnen levensbedreigend zijn wanneer ze loskomen en in de longen een embolie veroorzaken.
We nemen heel wat preventieve maatregelen om dit tegen te gaan, zoals bloedverdunnende medicatie, de benen hoog houden na de ingreep, massages om de bloedcirculatie te bevorderen, …
We raden u ook aan om, zeker in de eerste dagen en weken, zoveel mogelijk te bewegen zodat de doorbloeding in het been voldoende groot is om bloedklonters te vermijden.
Volg de instructies over trombose/emboliepreventie zorgvuldig op. Lees ook op de voorschriften nauwkeurig na wanneer, hoe, hoe vaak en hoe lang u bloedverdunners moet innemen.
Verwittig ons bij één van deze signalen, die kunnen wijzen op trombose of bloedklonters:
- meer dan normale pijn in de kuit;
- abnormale gevoeligheid of roodheid boven of onder de knie;
- plotse toename van zwelling in de kuit, enkel of voet.
Verwittig ons bij één van deze signalen, die kunnen wijzen op een longembolie:
- plotse kortademigheid;
- plotse pijn in de borstkast;
- pijn in de borstkast met hoesten.
Vallen
De eerste weken na het plaatsen van een totale knieprothese kan een val schade berokkenen aan de knieprothese, waardoor we opnieuw moeten opereren. Vooral trappen verhogen het risico op vallen. Maak steeds gebruik van leuningen, en eventueel krukken, om valpartijen te voorkomen.
De fysiotherapeut/kinesist assisteert u in het gebruik van krukken en/of een looprek
Problemen met prothesecomponenten
Het prothesemateriaal is van de hoogste kwaliteit, wat niet wegneemt dat er slijtage kan optreden, en dat componenten soms jaren na de ingreep kunnen loskomen. U kan een aantal suggesties in acht nemen om dat te voorkomen (zie ‘uitkomst’).
Bewegingsbeperking
Meestal kan u na een totale knieprothese uw gewricht ongeveer 120° plooien. In sommige gevallen kan na chirurgie verlittekening optreden in de knie, waardoor ook de beweging van het gewricht beperkter wordt. Dit komt vaker vóór bij patiënten die al voor de totale knieprothese een bewegingsbeperking hadden.
Blijvende pijnklachten
Een klein aantal patiënten heeft ook na de totale knieprothese pijn. Deze complicatie is zeer zeldzaam en een overgroot deel van de patiënten ondervinden een quasi volledige pijnverlichting met een kunstknie.
Neurovasculair letsel
Een laatste, zeer zeldzame, complicatie is schade aan zenuwen of bloedvaten rondom de knie tijdens chirurgie.

Dr. Francis De Neve
Specialisatie
Orthopedie en traumatologie in knie- en heupchirurgie.
+32 9 246 73 00
Buitenring Sint-Denijs 30
9000 Ghent